z.t.

Beschrijving

Joyce van Dongen, Oosterhout 1979

Deze twee grote werken uit de gemeentelijke kunstcollectie werden in 2003 verworven. Joyce van Dongen onderscheidde zich in dat jaar, haar eindexamenjaar aan de AKI, met werk waar een grote kracht vanuit ging. En nog steeds is die beeldende kracht, de kleur- en vormentaal, duidelijk in haar werk aanwezig. Het typische heldere kleurgebruik, de transparante toets en de dier- en plantmotieven in combinatie met de ruime afmetingen, zijn bijzonder te noemen.
De twee werken uit de collectie zijn gemaakt in een periode waarin ze op een overdreven manier paradijselijke sferen suggereerde. Door de overdrijving (de collage aan exotische elementen, het formaat, de kleuren) krijgt dat paradijs een bijsmaak. Is het paradijs op zich al een twijfelachtig concept te noemen, op deze manier plaatst van Dongen er nog meer vraagtekens bij. Zelf zegt ze hierover: “Het paradijselijke schilderen met de ironie van het weten nooit de paradijselijke harmonie te kunnen bereiken, maar het wel blijven zoeken ernaar.”